De legende van Sint Franciscus is het onderwerp van een cyclus van 28 fresco's in
de bovenste kerk van de Basilica di San Francesco in Assisi.
Ze werden geschilderd tussen 1297 en 1300.
Het auteurschap van "The Legend of St. Francis", is toegeschreven aan Giotto di Bondone.
Henk Rikkert heeft de legende bewerkt en gaat ze via crowdfunding afdrukken op doek en tentoonstellen.

1 Hulde van een simpel man.

2 St. Franciscus geeft zijn mantel aan een arme man.

3 Droom van het Paleis.

4 Wonder van het kruis.

5 Afstand doen van wereldse goederen.

6 Droom van Innocentius III.

7 Bevestiging van de regel.

8 Visie van de Flaming Chariot.

9 Visie van de tronen.

10 Exorcisme van de Demonen bij Arezzo.

11 St. Franciscus voor de Sultan.

12 Extase van St. Franciscus.

13 Instelling van de Kribbe in Greccio.

14 Wonder van de lente.

15 Preek voor de vogels.

16 De dood van de ridder van Celano.

17 St. Francis prediking voor Honorius III.

18 Verschijning in Arles.

19 Stigmatisering van St. Franciscus.

20 Dood en Hemelvaart van de heilige Franciscus.

21 Verschijning aan Fra Agostino en aan bisschop Guido van Arezzo.

22 Verificatie van de stigmata.

23 St. Francis betreurd door St Clare.

24 Heiligverklaring van Sint Francis.

25 Droom van St. Gregory.

26 Het uitharden van een man uit Ilerda.

27 De bekentenis van een vrouw uit Benevento.

28 Bevrijding van de ketter Peter.
Giotto di Bondone, die gewoonlijk Giotto wordt genoemd, was een Italiaans kunstschilder en architect, die leefde van 1266 of 1267 tot 1337.
Hij werd geboren op het platteland nabij Florence, in het dorpje Vespignano. Zijn vader Bondone was een arme keuterboer; hijzelf was op jonge leeftijd herder. Er wordt veelal aangenomen dat Giotto zijn echte naam was, in plaats van een afkorting van Ambrogio (Ambrogiotto) of Angelo (Angiolotto). Hij was gehuwd en had zes kinderen. In tegenstelling tot veel andere kunstenaars uit die tijd kon hij goed met geld omgaan. Hij gold dan ook als een rijk man.
In het beroemde boek Le Vite van de 16e-eeuwse Giorgio Vasari staat het van Lorenzo Ghiberti's Commentarii afgeleide verhaal, dat Giotto al op tienjarige leeftijd tijdens het schaapshoeden krijttekeningen maakte op rotsen. Op een dag zag de schilder Cimabue hem een schaap tekenen op een zo natuurlijke en volmaakte manier dat hij Giotto's vader vroeg of de jongen zijn leerling mocht worden. Ook gaat het verhaal dat Giotto zonder verdere hulpmiddelen in één keer een perfect ronde cirkel kon tekenen.
Tot zijn vroegste werk wordt gerekend de cyclus van 28 fresco's, die het leven van Franciscus afbeeldt, in de Bovenkerk in Assisi, de Basilica di San Francesco. Hij maakte deze waarschijnlijk in de periode 1290-1295. Een aantal kunsthistorici meent evenwel dat, om stilistische redenen, dit geen werk van Giotto is. Dit is een van de meest controversiële thema's in de schilderkunst geworden.
Vermoedelijk kort na 1300 maakte Giotto in het Atrium van de oude Sint Pieter in Rome (nu Vaticaanstad) de Navicella, een enorm mozaïek dat het Schip van de Kerk voorstelt. Als gevolg van latere bewerkingen is dat echter nauwelijks nog herkenbaar als een Giotto.
Zeer bekend zijn ook de fresco's in de Cappella degli Scrovegni in Padua, die vermoedelijk dateren van rond 1306. Ze beelden het leven en de lijdensweg van Jezus, het leven van Maria, de zeven deugden, de zeven hoofdzonden uit. Ze werden onlangs gerestaureerd. Hierbij kwam een opvallende kleurenpracht aan het licht.
Vermoedelijk in de jaren 1320 werkte Giotto aan de decoratie van vier kapellen in de Santa Croce in Florence. Veel hiervan is verloren gegaan, maar er blijft een fresco over dat de dood van Franciscus voorstelt.
Van 1329 tot 1333 werkte Giotto in Napels voor koning Robert van Anjou met wie hij bevriend raakte, maar van het daar gemaakte werk is niets meer over.
Giotto's werk geldt als een enorme doorbraak en hij wordt wel gezien als de vader van de moderne schilderkunst en de belangrijkste schilder van zijn tijd. Het is moeilijk om precies het begin van de Italiaanse Rinascimento (Renaissance) aan te duiden, maar sommigen menen dat deze met Giotto aanving. In de Italiaans-Byzantijnse kunst vóór Giotto waren zowel menselijke figuren als achtergronden erg "plat" (weinig dieptedimensie) en onrealistisch weergegeven. De gezichten waren uitdrukkingsloos. Giotto stelde de mensen "massief" voor en slaagde erin emoties weer te geven. Velen vinden de dramatiek in zijn werk dan ook zijn belangrijkste innovatie. Giotto betrok de achtergrond beter bij het geheel: gebouwen en natuur schilderde hij op een manier die - hoewel nog niet perfect - veel beter overeenkomt met de regels van het perspectief. Dit alles wordt gedeeltelijk toegeschreven aan veranderingen in de kerk; onder invloed van Franciscus van Assisi (1182-1226) waren emoties en natuur belangrijker geworden
De latere schilders Masaccio en Michelangelo gelden als zijn erfgenamen.
Giotto wordt genoemd in het werk van zijn vriend Dante (net als Cimabue), en tevens in het werk van Boccaccio.
Omdat op één van Giotto's schilderijen duidelijk een komeet afgebeeld is, gaf de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA de naam Giotto aan een ruimtemissie die tot doel had in juli 1985 de komeet van Halley te onderzoeken.
Bron: Wiki |